Nederland schreeuwt om meer woningen, maar wel zo duurzaam mogelijk gerealiseerd. Ekowood Houses uit Deventer introduceert een nieuwe, duurzame en toekomstbestendige manier van biobased houtbouw. CEO Martijn van Toor en CFO Edu Broekhaar over hun concept: “De hele bouwwereld kijkt naar ons.”
Vroeger was het vanzelfsprekend om met hout te bouwen. “Stap maar eens een willekeurig monumentaal gebouw binnen”, vertelt Martijn. “Maar sinds de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog is beton de norm. Niet dat wij beton afzweren, de funderingen van onze projecten zijn ook van beton omdat dat de meest stabiele basis geeft. Maar voor de opbouw is hout een prima materiaal.”
Het creëren van een betere toekomst voor mens en milieu door middel van innovatieve en duurzame woningbouw. De ambitieuze misse van Ekowood Houses laat aan duidelijkheid niet te wensen over. “Met biobased bouwen gaan we nog een stap verder dan het circulaire bouwen”, stelt CFO Edu Broekhaar. “Ons hout betrekken we van duurzame plantages in Noord- en Centraal-Europa waar een terugplantverplichting geldt: gekapte bomen worden vervangen door nieuwe aanplant.”
Het hout kent niet alleen een ecologische herkomst, maar kan aan het einde van de levenscyclus ook voor andere doeleinden worden gebruikt dan uitsluitend bouw. Martijn: “Het is en blijft een natuurproduct. Nog los van het feit dat bomen CO2 onttrekken aan de atmosfeer. Onze CO2 footprint is zo’n 65 procent lager dan bij traditionele bouw. Zo sluiten we aan bij onder meer de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties.”
Maar duurzaamheid gaat bij Ekowood Houses verder dan het materiaalgebruik. Edu: ”De fabrieken waar de bomen worden verwerkt tot houtproducten staan geografisch niet ver van de houtplantages. Dat beperkt het transport en bespaart dus energie en uitstoot. De verdere productie en assemblage doen we in onze eigen Ekowood-fabriek in Nederland. Die fabrieksmatige turn-key aanpak betekent tijdwinst op de bouwplaats en dus minder kosten.”
Ook het verwarmen van de huizen gebeurt milieuvriendelijk. Edu: “Met infrarood vloerverwarming of wand- plafondpanelen. Dus geen cv of gas en dus lage energiekosten. Infrarood werkt alleen als de isolatie uitstekend is en dat is bij hout het geval. Hout zorgt omdat het ademt sowieso voor een prettig binnenklimaat en een stabiele luchtvochtigheid.”
Maar er zijn meer voordelen. “We bieden een aantal basisconcepten”, legt Martijn uit. “Dat scheelt uiteraard in de initiële kosten. Het kan heel goed zijn dat een project dat we nu in Amsterdam realiseren over een tijdje ook in Leeuwarden en Maastricht staat. Laten we het hopen, zou ik zeggen. Dankzij die basisconcepten creëren we ook kostenbesparing aan de tekentafel. Terwijl er genoeg aanpassingen mogelijk zijn om binnen een woning of project toch maatwerk te leveren.”
De seriematige benadering betekent dat Ekowood Houses zich niet richt op de particulier die op een kavel een huis naar eigen ontwerp wil laten verrijzen. “We werken vooral voor corporaties, beleggers en projectontwikkelaars”, zegt Edu. “Met voor deze klantgroepen als bijkomend voordeel dat ze gebruik kunnen maken van de MIA-regeling, de milieu-investeringsaftrek. Dat maakt ons ook fiscaal gezien een aantrekkelijke bouwpartner.”
Bij hout gaat de gedachte als snel uit naar brandgevaar. Edu: “Dat is grotendeels beeldvorming: begrijpelijk maar niet terecht. Brand in een gebouw met een staalconstructie is veel gevaarlijker, omdat staal kan smelten. Maar uiteraard hangt ook aan hout een zeker risicoprofiel.” Martijn: “Los daarvan zijn we substantieel aan het groeien. Groei is onze belangrijkste focus. Dus ons verzekeringspakket moet mee in die groei. In Scharenborg bedrijfsverzekeraars hebben we een partner waar we alles onder één dak hebben en die ons actief en proactief begeleidt.”
Hoe ziet Ekowood Houses de toekomst? “We zijn pas een paar jaar bezig”, vertelt CEO Martijn van Toor. “We zijn dus een jong bedrijf dat nu nog in een niche opereert. Nog niet zo lang geleden maakte houtbouw in Nederland 2 tot 3 procent uit van het totale bouwvolume. Dat willen wij naar 20 tot 30 procent brengen. We zijn een van de weinigen die dat op deze manier aanpakken, maar we weten dat heel bouwend Nederland ons in de gaten houdt.”